Onderzoek naar de tijdsbesteding van gezinnen toont dat de gezamenlijke maaltijden in de familie onder druk staan. In 1966 werden gemiddeld drie maaltijden per dag met het gezin genomen. In 1999 was dat nog minder dan één gezinsmaaltijd op een werkdag en twee maaltijden op weekenddagen. Het traditionele vieruurtje is nagenoeg verdwenen. Tochheeft de gezinsmaaltijd zeker nog toekomst. Wie gaat samenwonen of een gezin sticht, gaat juist weer meer belang hechten aan maaltijden op regelmatige tijdstippen.

Bovendien blijft het symbolische belang van de maaltijd als gezinstijd onaangetast. Wie ouders en kinderen vraagt naar wat zij onder ‘gezinstijd’ verstaan, krijgt heel diverse antwoorden. Maar het vaakst denken kinderen en zeker ouders aan de momenten waarop het gezin samen is en samen iets doet. En de ‘samen-activiteit’ die ouders en kinderen dan veruit het vaakst noemen, is het samen eten. “Dingen doen samen, is samen eten,” zegt  vader Raf: “dat is een evidentie”. Zijn vrouw Rozanne beaamt dat:

Ge leest dat in ‘de boekskes’ hé, dat dat nog zo weinig gebeurt. Maar bij ons kan ik mij niet voorstellen dat we dat niet doen. (…) Over het algemeen eten we samen. Dat is een bewuste keuze.

Ouders omschrijven het samen eten bijna zonder uitzondering als “belangrijk”. Ook al gaat het in de praktijk dan meestal enkel om het avondeten en de maaltijden in het weekend, binnen de grenzen van het haalbare wordt er “altijd” samen gegeten.

Een belangrijk samenmoment

Eten is een dagelijkse routine die de tijd in het gezin structuur geeft. Iedereen is thuisgekomen van school, werk of hobby, en de maaltijd brengt het gezin weer even samen. “Even rustig aan de tafel samen, lekker chill,” zegt mama Heleen. “Ja, dat is wel belangrijk.” De familiemaaltijden zijn immers vaak intense, betekenisvolle momenten in het dagelijkse gezinsleven. Er wordt niet alleen gegeten, maar de maaltijd is tegelijk een moment van samenhorigheid, van lichamelijke en emotionele zorg, van opvoeding en leren.

Joost en Joke noemen allebei  ‘samen eten’ meteen als het eerste waaraan ze denken wanneer het gaat over gezinstijd. Ze benadrukken het belang ervan, en koppelen het eten ook aan het praten en overleggen met elkaar.

Het eerste waar ik aan denk, tijd met de familie, dat is altijd samen eten. We eten bijna nooit niet samen. Dat vind ik heel belangrijk. En dan wordt er een keer overlegd of dingen samen besproken. (Joost)

Goh ja, ik weet niet. Allemaal samen aan tafel zitten en de ene vertelt hoe zijn dag geweest is aan de andere. Of allemaal aan tafel zitten en een keer bespreken van wat gaan we doen op reis, samen plannen maken. (…) Ik heb graag dat ze allemaal tezamen aan tafel zitten en ’s avonds is het echt wel eens luisteren naar elkaar, wat heb jij vandaag gedaan in school, wat is er gebeurd bij u op het werk. Dat is wel een uitlaatklep voor iedereen. (Joke)

Het belang van dat samen-moment verdient ook tijd: er wordt in het gezin van Joost en Joke door de gezinsleden op elkaar gewacht om te eten, en afspraken worden zo geregeld dat het eten niet te haastig moet gebeuren. Ook dochter Jasmijn denkt allereerst aan samen eten als gezinstijd, en wijst uitdrukkelijk op het sociale en bindende karakter daarvan:

Dan denk ik direct dat wij altijd samen eten, want dat vind ik wel wreed tof. Want als je naar vriendinnen gaat, dan is dat soms dat de ouders eerst eten, als zij willen dan mogen zij eten, en… zo niet samen. En ik moet zeggen, het is veel gezelliger als je allemaal samen eet. Babbelen, over van alles eigenlijk hé. Dat is gezellig.

 

Samen kunnen eten kost inspanningen

Er worden behoorlijk wat inspanningen geleverd om dit samenzijn of het niet-gehaaste karakter ervan te verzekeren. Alexandra geeft aan dat andere activiteiten voor het samen eten moeten wijken.

Het avondeten is altijd samen en in het weekend zijn alle maaltijden samen. Iedereen is ook altijd thuis om te eten. (…) Als we [op zaterdag] boodschappen moeten doen, dan zorgen we ervoor dat we om 9 uur weg zijn, zodanig dat we zeker om half twaalf thuis zijn, zodat we om twaalf uur kunnen eten. Dus, wij regelen eigenlijk onze taken naar die maaltijden. Dat is iets wat we altijd samen doen.

Raf vertrekt in de week vroeg naar het werk, maar één dag per week zorgt hij ervoor dat er toch met de hele familie samen ontbeten kan worden. Hij begint dan later op het werk en brengt dan ook de kinderen naar school. “Dat is echt wel bewust gekozen, om eens met z’n vieren los van de weekends ook eens samen te ontbijten. En wat dingen te vertellen.” Ouders zorgen er dus voor dat andere activiteiten het samen eten niet in het gedrang brengen, en ze stemmen de tijdsbestedingen van de gezinsleden op elkaar af: zo bewaren ze het gezamenlijke karakter van de maaltijd.

Daarnaast zijn er ook regels en normen die de maaltijd zijn specifieke status geven. De maaltijd is gericht op het eten zelf, op het samenzijn, en op de onderlinge interactie. “De kinderen moeten ook aan tafel blijven zitten tot iedereen gedaan heeft met eten. We hebben hen dat zo geleerd. Dat is een afspraak” (Alexandra). “Er wordt ook niet gelezen aan tafel, zelfs wij mogen dat niet als we samen zitten”, zegt Rozanne. Ook Sven en Sofie wijzen op de speciale status van het eten en op de regels die het gezamenlijke en sociale karakter van de maaltijd bevestigen.

Eten, dat is een beetje heilig. Wij eten tezamen en zolang als wij niet gegeten hebben blijven wij aan tafel zitten ook. Dat kan niet zijn dat een van de twee gaat rondlopen. Nee, wij eten tezamen en wij hebben tezamen gedaan met eten. Dat is het enige moment dat we echt misschien een kwartier of een half uur samen zitten. (Sven)

Ook Svens vrouw Sofie vindt het bij de maaltijden heel belangrijk “dat we dan zeker allemaal samen aan tafel zitten. Een beetje bijbabbelen.” Op zondagmorgen mogen de kinderen tv kijken, “en dan vragen ze: mogen we voor tv eten? Maar dat heb ik dan liever niet, dan heb ik liever dat we samen aan tafel zitten.”

Het praatmomentje van de dag

De waardering en bescherming van de maaltijd heeft alles te maken met intens sociale karakter ervan. Etenstijd is een interactiemoment tussen ouders en kinderen, en dat is te koesteren.

Zonder dat ze daarbij normatieve bedenkingen maken zoals hun ouders dat doen, waarderen ook kinderen die interactie bij de maaltijd uitdrukkelijk. Eten en praten lijken voor hen onlosmakelijk verbonden. Etenstijd is tijd om te babbelen, te vertellen over de dag, om samen plezier te maken, en om dingen te bespreken, te plannen en te organiseren. Siebe, de zoon van Sven en Sofie, dacht bij ‘samen dingen doen’ meteen aan samen eten en samen tv kijken. Samen eten is leuk:

Alleen is niet tof, dan zit je daar alleen. Een beetje praten en zo, wat we gedaan hebben op school, en papa vertelt wat hij gedaan heeft op het werk en mama ook.

Die wederkerigheid wordt door wel meer kinderen genoemd: het is prettig om van elkaar te weten wat iedereen heeft meegemaakt. “We weten meer over elkaars dag”, zegt Thibaut.

Kinderen staan niet in voor de organisatie van het gezamenlijke eten, en gebruiken minder morele termen dan hun ouders om over samen eten te spreken. Voor hen is de maaltijd vooral een leuk, tof, gezellig moment. Ouders en kinderen kunnen babbelen met elkaar, en het hele gezin is samen; kinderen vinden het jammer als dat niet het geval is en mama of papa  “niet meedoet.”

Wij eten vaak samen. Als we met z’n drieën zijn, dan is dat echt wel zo het praatmomentje van de dag, dat ge zo echt kunt vertellen wat je gedaan hebt in de dag. (dochter Gina)

Het is soms vechten op het woord te krijgen aan tafel ’s avonds. Echt een moment waar we heel veel plezier maken, we plagen elkaar een keer. Er wordt ook wel gezegd wat er gebeurd is die dag, en dan worden ook de plannen gezegd van wat we samen in het weekend gaan doen. Het is echt wel een moment samen om dingen te bespreken. (vader Raf)

Ook zoon Ruben en dochter Renske geven dat aan: “Ja, dat is leuk, soms praten we dan over wat er die dag precies is gebeurd en zo. Dat is eigenlijk altijd leuk” (Ruben). “Ja, leuk. Want ge zit dan met uw hele gezin samen, en je eet iets lekkers, en het is leuk als je kan praten met iemand.” (Renske)

Eten voor de tv?

Terwijl de meeste kinderen het samen eten een prettig moment vinden, is er een enkele uitzondering. Van de 19 kinderen die wij interviewden, gaf alleen Mirte aan dat ze samen eten eigenlijk niet zo leuk vindt. “Niet echt. Want wij willen dan liever tv kijken of spelen.” Dit tot grote ergernis van moeder Marjan:

Daar sta ik wel op, dat we samen kunnen eten. Je moet daar dan werk van maken. De tv is verschrikkelijk met kinderen. Soms blijven ze daaraan plakken. Papa heeft zo geen ontbijtcultuur. Middagmaal ook niet zo in het weekend, dus ’s avonds is dat zo wel van: “komaan, samen aan tafel”.

Die televisietijd is een heel ander soort tijd dan de etentijd. Samen televisie kijken neemt in Vlaamse gezinnen even veel tijd in beslag als samen eten: telkens één vijfde van de tijd samen gaat naar die twee activiteiten. Maar ouders noemen televisiekijken veel minder vaak als samen-moment. Ze zien televisie kijken soms als sterk tegengesteld aan het sociale karakter van het samen eten. De twee gaan niet samen. “Voor tv eten, dat is niet samen zijn,” vindt Sven.

Een enkel gezin combineert wel etenstijd en tv-tijd. Caroline en haar kinderen “eten wel altijd samen ’s avonds.” Maar een echt belangrijk moment is het niet.  

Belangrijk… Wij eten op een moment dat er iets op televisie is dat zij graag zien [een dochter zegt dat het programma eigenlijk iets is waar Caroline zelf naar kijkt]. Maar dat is niet dat er hier rap rap gegeten wordt.

De combinatie van eten en tv kijken diende zich nu eenmaal zo aan, zegt Caroline:

Ze maken dan hun huiswerk terwijl ik begin te koken. Dat duurt drie kwartier of zo, en dat is normaal de periode dat ze hun huiswerk kunnen maken. En dan begint hun programmaatje. In het begin was ik daar allemaal tegen, van tv kijken aan tafel en zo, maar… Ik ben daar ook allemaal van af gestapt, uiteindelijk waarom niet?

 *

De namen van kinderen en ouders zijn pseudoniemen.

Wij interviewden 19 kinderen en 18 ouders uit 12 gezinnen over wat zij onder gezinstijd verstaan en hoe zij de tijd in het gezin beleven en waarderen. De meeste kinderen waren tussen 8 en 11 jaar oud. Onderzoek met de steun van de Vlaamse Overheid.

Auteur: Johan Meire 

Meer weten? Lees het onderzoeksrapport Kostbare kindertijd of koop het boek Over vrijbuiters en ankertijd (2013).

 

Gebruikte bronnen (over tijdsbesteding):

Glorieux, Ignace e.a. (2006), De 24 uur van Vlaanderen. Het dagelijkse leven van minuut tot minuut. Tielt: LannooCampus; Mestdag, Inge & Jessie Vandeweyer (2005), ‘Where has family time gone? In search of joint family activities and the role of the family meal in 1966 and 1999’, Journal of Family History 30: 304-323; Vandeweyer, Jessie (2001), ‘Household time: solitary or solidary time. A time use survey of the time families spend together’. Paper, 5th Conference of the European Sociological Association, Helsinki.